De bouw van de Sint Jan kostte destijds fl. 168.000, 20% duurder dan begroot hoewel er gebruik gemaakt werd van stenen, tegels en delen van het interieur van de ernaast gelegen Waterstaatskerk. De nieuwe Sint Jan werd gebouwd omdat Kaatsheuvel erg hard groeide. Het dorp telde inmiddels 5000 inwoners en had een rijk katholiek leven.
In de late middeleeuwen werd er in Loon op Zand gekerkt en in Sprang, tot dat de kerk van Sprang in 1609 in protestantse handen kwam. De katholieken van Kaatsheuvel konden nu in een boerderij naar de kerk op de plek waar nu de Nieuwe Markt is. Die eeuw werd de katholieke kerkgang door de protestanten verboden. Pas in 1736 mochten katholieken weer kerken bouwen, maar wel met beperkingen. Zo ontstonden de schuurkerken, zo genoemd omdat er geen torens en ramen in mochten zijn. De schuurkerk van Kaatsheuvel stond op de plek waar nu het parochieel centrum staat. Uiteindelijk werd pas in 1835 de eerste stenen kerk gebouwd: de Waterstaatskerk, zo genoemd omdat het ministerie van Waterstaat zeggenschap had over het ontwerp. Deze kerk was aan Sint Jan de Doper gewijd. Van de Augustijnerkerk in Hasselt werden in 1840 twee altaren gekocht. Het orgel werd in 1854 aangeschaft. Het was gebouwd door Vollebregt uit Den Bosch, de kast was van Peeters uit Antwerpen. Totaal kostte het orgel fl. 10.000. Het orgel staat nu in de Sint Jan.
Zo is het ook min of meer gegaan met de kruiswegstatie die in 1890 werd gekocht. De maker was Hugo Kohl uit Roermond. Hij zou tussen 1895 en 1898, samen met zijn zoon, het plafond van de kerk in het Noord-Limburgse Tienray beschilderen. Deze kruiswegstatie is ook in de huidige Sint Jan te zien.
In 1911 opperde pastoor Volker plannen voor nieuwbouw. Architect Cornelis van Hoof werd uitgenodigd om het ontwerp te maken. Op 5 juli 1913 werd de kerk, die naast de Waterstaatskerk stond, ingewijd. De torens zijn 60 meter hoog, de kerk zelf is 70 meter lang en 40 meter breed. De St.Jan is qua oppervlakte na de St.Jan in Den Bosch de grootste kerk van ons bisdom.
In de late middeleeuwen werd er in Loon op Zand gekerkt en in Sprang, tot dat de kerk van Sprang in 1609 in protestantse handen kwam. De katholieken van Kaatsheuvel konden nu in een boerderij naar de kerk op de plek waar nu de Nieuwe Markt is. Die eeuw werd de katholieke kerkgang door de protestanten verboden. Pas in 1736 mochten katholieken weer kerken bouwen, maar wel met beperkingen. Zo ontstonden de schuurkerken, zo genoemd omdat er geen torens en ramen in mochten zijn. De schuurkerk van Kaatsheuvel stond op de plek waar nu het parochieel centrum staat. Uiteindelijk werd pas in 1835 de eerste stenen kerk gebouwd: de Waterstaatskerk, zo genoemd omdat het ministerie van Waterstaat zeggenschap had over het ontwerp. Deze kerk was aan Sint Jan de Doper gewijd. Van de Augustijnerkerk in Hasselt werden in 1840 twee altaren gekocht. Het orgel werd in 1854 aangeschaft. Het was gebouwd door Vollebregt uit Den Bosch, de kast was van Peeters uit Antwerpen. Totaal kostte het orgel fl. 10.000. Het orgel staat nu in de Sint Jan.
Zo is het ook min of meer gegaan met de kruiswegstatie die in 1890 werd gekocht. De maker was Hugo Kohl uit Roermond. Hij zou tussen 1895 en 1898, samen met zijn zoon, het plafond van de kerk in het Noord-Limburgse Tienray beschilderen. Deze kruiswegstatie is ook in de huidige Sint Jan te zien.
In 1911 opperde pastoor Volker plannen voor nieuwbouw. Architect Cornelis van Hoof werd uitgenodigd om het ontwerp te maken. Op 5 juli 1913 werd de kerk, die naast de Waterstaatskerk stond, ingewijd. De torens zijn 60 meter hoog, de kerk zelf is 70 meter lang en 40 meter breed. De St.Jan is qua oppervlakte na de St.Jan in Den Bosch de grootste kerk van ons bisdom.
De oude kerk werd toen al gebruikt als paardenstal voor het leger. In 1915 werd die afgebroken. De kerkbanken waren destijds al in de nieuwe Sint Jan gebruikt. In 1920 kwamen er toch maar nieuwe banken die in 1955 wederom vervangen werden.
In 1975 werd de hele kerk vernieuwd. Zo kwam er een podium voor het altaar, de zitplaatsen werden teruggebracht van 1200 naar 750 zitplaatsen. De overgebleven 20 jaar oude banken werden verkocht en met dat geld werd de nieuwe centrale verwarming aangelegd. Een ander deel werd gebruikt als lambrizering in de beide zijbeuken.
Direct na het onttrekken aan eredienst van de St. Jozefkerk in januari 2005 werd de linkerzijbeuk ingericht als St. Jozefkapel als eerbewijs aan de parochianen, die voor de fusiedatum van 1 januari 2002 de St. Jozefparochie vormden. In deze ruimte vinden regelmatig vieringen plaats voor een kleine groep mensen.
bron: parochiekaatsheuvel.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten